Van Amsterdam
naar Santiago de Compostela
9 mei Sameon –
Cambrai 52 km
Vannacht is het
opnieuw gaan regenen en de wind trekt ook weer stevig aan. De dames
zijn vanmorgen eerder vertrokken dan ik. Ik rijd liever alleen om
mijn eigen tempo te kunnen bepalen, dan kan ik zien wat ik wil. Op
zo'n tocht als deze hebben kerken mijn interesse. Iedere kerk heeft haar
eigen geschiedenis en daarmee verbonden eigen energie die ik vaak,
door een speling van de natuur, kan voelen en zien.
Het regent en
stormt vandaag voortdurend. Ik peins al fietsend over van alles,
waarom ik dit eigenlijk doe: vrij rond fietsen zonder je ergens druk
over te hoeven maken, veel dingen zien, mensen ontmoeten, de
uitdaging natuurlijk of ik zo’n lange tocht fysiek en in mijn eentje
wel aan kan.
Mijn overpeinzingen
worden onderbroken omdat Quinten me achterop rijdt. Hoewel ik liever
alleen rijd, vind ik het erg moeilijk hem weg te sturen. Gezamenlijk
rijden we door in een stevig tempo. Hij is tamelijk onvoorbereid
vertrokken op een fiets met veel te weinig
versnellingsmogelijkheden. Hij heeft wel een enkeldaks tentje bij
zich, maar geen kookgerei en vrijwel geen andere bagage. Daarbij kan
hij absoluut niet kaart lezen en heeft meestal geen idee waar hij
is. Ik leg hem het een en ander uit, hoe je de informatie op de weg
moet combineren met de kaart; wat de tekentjes op de kaart
betekenen; hoe je met de zon en je horloge de kompasrichting kunt
bepalen, etc.
Het gaat steeds
harder regenen, om te kamperen moet je nu zo ongeveer een boot bij
je hebben en in Cambrai proberen we de jeugdherberg te vinden. Die
blijkt in maart opgeheven te zijn. De VVV raadt een Formule 1
hotelletje aan, nauwelijks duurder dan een jeugdherberg. In het
hotelletje nemen we twee kamers en de fietsen kunnen binnen op één
van de kamers. Ik hang de natte kleding en de tent te drogen.