dag 6

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

9 mei Sameon – Cambrai 52 km

Vannacht is het opnieuw gaan regenen en de wind trekt ook weer stevig aan. De dames zijn vanmorgen eerder vertrokken dan ik. Ik rijd liever alleen om mijn eigen tempo te kunnen bepalen, dan kan ik zien wat ik wil. Op zo'n tocht als deze hebben kerken mijn interesse.  Iedere kerk heeft haar eigen geschiedenis en daarmee verbonden eigen energie die ik vaak, door een speling van de natuur, kan voelen en zien.

Het regent en stormt vandaag voortdurend. Ik peins al fietsend over van alles, waarom ik dit eigenlijk doe: vrij rond fietsen zonder je ergens druk over te hoeven maken, veel dingen zien, mensen ontmoeten, de uitdaging natuurlijk of ik zo’n lange tocht fysiek en in mijn eentje wel aan kan.

Mijn overpeinzingen worden onderbroken omdat Quinten me achterop rijdt. Hoewel ik liever alleen rijd, vind ik het erg moeilijk hem weg te sturen. Gezamenlijk rijden we door in een stevig tempo. Hij is tamelijk onvoorbereid vertrokken op een fiets met veel te weinig versnellingsmogelijkheden. Hij heeft wel een enkeldaks tentje bij zich, maar geen kookgerei en vrijwel geen andere bagage. Daarbij kan hij absoluut niet kaart lezen en heeft meestal geen idee waar hij is. Ik leg hem het een en ander uit, hoe je de informatie op de weg moet combineren met de kaart; wat de tekentjes op de kaart betekenen; hoe je met de zon en je horloge de kompasrichting kunt bepalen, etc.

Het gaat steeds harder regenen, om te kamperen moet je nu zo ongeveer een boot bij je hebben en in Cambrai proberen we de jeugdherberg te vinden. Die blijkt in maart opgeheven te zijn. De VVV raadt een Formule 1 hotelletje aan, nauwelijks duurder dan een jeugdherberg. In het hotelletje nemen we twee kamers en de fietsen kunnen binnen op één van de kamers. Ik hang de natte kleding en de tent te drogen.