Van Amsterdam
naar Santiago de Compostela
8 mei
Schendelbeke – Sameon 82 km
We vertrekken met
droog weer met de bedoeling vandaag in Sameon te komen, net over de
Franse grens waar een mooie camping is met een zeer vriendelijke
eigenaar. De eerste hellinkjes vallen mee maar mijn schouder speelt
na een uurtje weer op, de pillen helpen nog niet erg. Onderweg haakt
nog een Belgische jongen uit Leuven, Quinten, aan. In Tournai gaat
hij een jeugdherberg zoeken.

de eerste heuvels
Om 12 uur begint
het weer hard te regenen, de wind is dan al weer aangewakkerd tot 6
Bf, tegen uiteraard. Vlak voor Tournai klaart het op. In Tournai een
koffiestop en daarna naar de kathedraal voor een stempel. De
kathedraal lijkt me erg mooi, maar hij staat zó vol met steigers dat
er weinig van te zien is. Via een houten plankier belanden we in het
museum waar het stempel verstrekt wordt.
Langs de Schelde
passeren we de vroegere kalkovens van Calone. De ovens zijn
uitgehakt in de bergwand en zien er uit of ze zo weer gebruikt
zouden kunnen worden.

de kalkovens van Calone
Na een blik op het
kasteel van de Prinsen van Ligne -een mooi torentje piekt uit boven
de bomen aan de overkant van de Schelde- rijden we door naar de
Franse grens. De wind is inmiddels aangewakkerd tot 8 Bf, maar door
de bomenrij langs het pad hebben we er niet zoveel last van. Bij
open stukken moet je oppassen niet in de Schelde geblazen te worden,
het pad loopt vlak langs het water.
Op de camping
blijkt er een andere eigenaar te zijn. De vorige, Denis, waar ik
vorig jaar een tijd mee had zitten praten, blijkt vlak na mijn
vertrek tijdens het schilderen van een muur dood te zijn
neergevallen. Het bericht schokt me, het was een erg aardige man, 54
nog maar. Even later komt een van de vaste zomerbewoners op me af.
Hij herkent me van vorig jaar en begint meteen over Denis. Ik beloof
in Chartres een kaars voor hem op te steken. Onder het nieuwe beheer
begint de camping wel enigszins te verloederen, de speciale korting
voor pelgrims geldt ook niet meer.