dag 4

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

7 mei Grobbendonk – Schendelbeke 106 km

Het regent als ik vertrek. Bij een apotheek koop ik pillen, die je in Nederland alleen op recept kunt krijgen, maar hier is dat geen probleem. Een fietsenmaker kan ik niet vinden.

Na enkele kilometers rijd ik twee dames achterop. Ze zijn ook op weg naar Santiago, aan hun tweede dag bezig en we rijden samen verder. De wind is stevig, ongeveer 6 tot 7 Bf en pal tegen. Daarbij regent het continu. Ik heb al mijn spullen vanochtend in vuilniszakken gepakt, dus veel kan er niet gebeuren.’s Avonds zal ik in alle tassen een laagje water vinden…

Zimmertoren

Via Lier, waar we de mooie Zimmertoren bekijken, rijden we naar Mechelen. Vorig jaar was het hier te heet om te stoppen, nu ligt de mooie Grote Markt er verlaten en vooral nat bij. Bij een cafeetje stoppen we en de waardin kijkt met enig misprijzen naar de natte bende die binnen komt. Mijn schoenen zijn doorweekt en mijn schouder is zeer pijnlijk door de koude. De verwarming blijkt aan te staan en we blijven een uurtje zitten om op te warmen en te drogen. Was het vorig jaar een warme vakantietocht, nu begint het op een heel erg echte pelgrimstocht te lijken: afzien en doorgaan.Met achterlaten van enkele plassen op de grond gaan we verder.

Mijn hoop dat het Leirekenspad enige beschutting zal geven, vervliegt: de wind staat er precies overheen en we worstelen ons door een dek van afgerukte bladeren en takken. Het is te nat om ergens te kamperen; de eerste jeugdherberg bevindt zich pas in Schendelbeke, ruim 100 km van Grobbendonk. Daar zijn we nog lang niet.

Na het kaarsrechte Leirekenspad volgt vanaf Aalst een slingerend pad langs de Dender. Hier wordt de wind wel wat afgevangen, maar het is te nat om veel van het moois onderweg te zien.  Uiteindelijk bereiken we de jeugdherberg, doorweekt en koud. We krijgen met zijn drieën een aparte kamer en daar kunnen alle natte kleren uitgehangen worden.