Van Amsterdam
naar Santiago de Compostela
7 mei
Grobbendonk – Schendelbeke 106 km
Het regent als ik
vertrek. Bij een apotheek koop ik pillen, die je in Nederland alleen
op recept kunt krijgen, maar hier is dat geen probleem. Een
fietsenmaker kan ik niet vinden.
Na enkele
kilometers rijd ik twee dames achterop. Ze
zijn ook op weg naar Santiago, aan hun tweede dag bezig en we rijden
samen verder. De wind is stevig, ongeveer 6 tot 7 Bf en pal tegen.
Daarbij regent het continu. Ik heb al mijn spullen vanochtend in
vuilniszakken gepakt, dus veel kan er niet gebeuren.’s Avonds zal ik
in alle tassen een laagje water vinden…

Zimmertoren
Via Lier, waar we
de mooie Zimmertoren bekijken,
rijden we naar Mechelen. Vorig jaar was het hier te heet om te
stoppen, nu ligt de mooie Grote Markt er verlaten en vooral nat bij.
Bij een cafeetje stoppen we en de waardin kijkt met enig misprijzen
naar de natte bende die binnen komt. Mijn schoenen zijn doorweekt en
mijn schouder is zeer pijnlijk door de koude. De verwarming blijkt
aan te staan en we blijven een uurtje zitten om op te warmen en te
drogen. Was het vorig jaar een warme vakantietocht, nu begint het op
een heel erg echte pelgrimstocht te lijken: afzien en doorgaan.Met
achterlaten van enkele plassen op de grond gaan we verder.
Mijn hoop dat het
Leirekenspad enige beschutting zal geven, vervliegt: de wind staat
er precies overheen en we worstelen ons door een dek van afgerukte
bladeren en takken. Het is te nat om ergens te kamperen; de eerste
jeugdherberg bevindt zich pas in Schendelbeke, ruim 100 km van
Grobbendonk. Daar zijn we nog lang niet.
Na het kaarsrechte
Leirekenspad volgt vanaf Aalst een slingerend pad langs de Dender.
Hier wordt de wind wel wat afgevangen, maar het is te nat om veel
van het moois onderweg te zien. Uiteindelijk bereiken we de
jeugdherberg, doorweekt en koud. We krijgen met zijn drieën een
aparte kamer en daar kunnen alle natte kleren uitgehangen worden.