dag 36

 

 

 

 

 

 

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

8 juni Ponferrada – Puerto Pedrafita 57 km

Na de berg van gisteren staat vandaag de laatste hoge berg op het programma, bijna 1400 meter hoog maar met een veel steilere klim van 30 km lang.  

Ik wil om half acht vertrekken, maar de baas van het hostal moet aan allerlei mensen uit de buurt ontbijten verstrekken. Ook krijgt hij het alarm van de opslagplaats waar mijn fiets staat, niet uitgeschakeld. Een knopje in de afstandsbediening blijft hangen en noch erop timmeren noch peuteren met een broodmes laat het naar buiten komen. Tussendoor komen er steeds weer nieuwe klanten. Uiteindelijk besluit hij dat het alarm dan maar moet afgaan. Hij steekt de sleutel in de deur… en het blijft stil. Het lijkt me dat het alarm al tijden niet meer werkt en dat hij daar nu pas achterkomt.

Ik laad mijn fiets op, vraag een stempel, dat met een zucht gegeven wordt en probeer de stad uit te komen. Ik rijd weer eens fout en beland midden op het terrein van de universiteit. Een man wijst me de weg maar nodigt me eerst uit voor koffie. In de kantine raken we natuurlijk in gesprek over het onderwijs, hij blijkt hoogleraar sociale geschiedenis, en als hij ontdekt dat ik ook uit het onderwijs kom, ben ik pas twee bekers koffie en een uur later weg. Dat heb ik nou iedere keer, als ik omrijd of fout rijd ontmoet ik de aardigste mensen.

Rustig rijd ik door naar Villafranca del Bierzo. Het stadje telt enkele mooie kerken en ik rijd langs allemaal om de beklimming nog wat uit te stellen. In de Santiagokerk van eind 12e eeuw bevindt zich de Puerta del Perdone, de poort van de vergeving. Wie vroeger niet verder kon wegens ziekte of uitputting, kreeg bij deze poort dispensatie van het laatste deel van de tocht naar Santiago maar ontving wel de volle aflaat. Gezien de pelgrimsgraven er vlakbij, kwam dat nogal eens voor. Naar verluidt is er in de zeventiger jaren van de vorige eeuw voor het laatst door iemand van gebruik gemaakt.

Puerta del Perdone

De weg leidt over de oude snelweg die nu nog nauwelijks gebruikt wordt. De eerste 20 – 25 km merk ik daardoor vrijwel niets van een stijging. Daarna gaat het omhoog, soms tot wel 10%, maar lopen hoef ik niet.

Ik begin wel weer last te krijgen van mijn been, de zware Ibuprofen doet niet veel. In Puerto Pedrafita ga ik even zitten, drijfnat van zweet en regen, mijn been speelt nu echt op. Het is nog 2,5 km tot de top, 9 -10% stijging.  Maar daar is geen camping en er is geen kamer te krijgen. Gisteravond was alles todo completo. Pas veel verder is er een kleine kampeerplaats. Ik ga een cafetaria in voor koffie. Als ik zit voel ik dat het niet meer gaat. Ik moet hoe dan ook voor vandaag stoppen, desnoods onder een afdak.
Ik realiseer me dat het cafetaria ook een hotel is, buiten zie ik geen bordje ‘ANWB goedgekeurd’ hangen, dus het zal er vermoedelijk niet duur en wel goed zijn. Er blijkt nog van alles vrij. Voor
€ 20,- een keurige kamer met badkamer op de gang, maar dat is meestal het geval. De baas en zijn vrouw stellen meteen voor om 7.30 te eten en niet om 9.00, zoals bijna overal het geval is.

Na een hevige onweersbui lijkt het weer omgeslagen, het blijft regenen en ik ben blij dat ik binnen zit.

’s Avonds zie ik dat ik de enige in het hotel ben en bij het afrekenen blijkt die € 20,- inclusief avondeten te zijn. Ik vind dat dat niet kan en geef een zo groot mogelijke fooi zonder dat ze in verlegenheid raken. Ik krijg allerlei sleutels want als ik morgenochtend zo vroeg weg wil, moet ik toch de deuren kunnen opendoen.