dag 35

 

 

 

 

 

 

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

7 juni Astorga – Ponferrada 57 km

Vandaag is de hoogste berg (1500 meter) van de hele tocht aan de beurt. Ik heb inmiddels zóveel geklommen dat ik er niet meer tegen opzie. Uiteindelijk kom ik toch altijd boven en daar wacht steeds de beloning van een mooi uitzicht. Het weer is goed, niet te warm, hooguit 30 graden maar boven in de bergen is dat meestal wat minder, en de wind komt nog steeds uit het oosten, meewind dus. De 7 – 9% hellingen die mijn routeboekje aangeeft vallen mee of zou ik er langzamerhand aan gaan wennen? In een gestage cadans klim ik steeds hoger, de begroeiing begint lager te worden, slangenarenden hangen overal in de lucht. Een prachtig gezicht. Af en toe stop ik even om op adem te komen en van het uitzicht te genieten. Het is weer eens doodstil om me heen.

Mijn nieuwe fietsteller laat zien dat het nog wel even zal duren voor de top in zicht is,  maar dit soort rustige klimmen kunnen me eigenlijk niet lang genoeg duren. Ondanks de voortdurende zware inspanning kom ik tot rust. Ik dwing mezelf diep en kalm adem te halen, iedere vier pedaalslagen één keer. Dan kom ik in een ritme dat heel lang vol te houden is. Mijn hoofd raakt er heerlijk leeg van. Misschien is dit ook wel een vorm van meditatie, al zal hij wel niet in boekjes worden aanbevolen.
Zonder problemen kom ik boven. Al sinds de middeleeuwen was hier een refugio. Na een lange tijd van verval is ze nu weer een beetje opgelapt door een groepje vrijwilligers. Het ziet er niet naar uit dat er veel gebruik van wordt gemaakt, maar er is wel koffie te krijgen.

Na een half uurtje ga ik door naar het 5 km verder gelegen Cruz de Ferro, het IJzeren Kruis. Iedere pelgrim liet hier een van huis meegedragen steentje achter als symbool van de lasten die hij van huis had meegenomen en die hij hier van zich afwierp. In de loop der eeuwen zijn al die steentjes een enorme berg gaan vormen. Hier besef je pas goed hoeveel miljoenen pelgrims langs deze weg getrokken zijn, ieder om zijn eigen redenen. Ik leg er drie steentjes bij: één van thuis, één vanuit de Dominicus en één namens de Lutherse gemeenschap. Het is natuurlijk maar een symbool, maar het voelt goed om deel uit te maken van deze oude traditie.

 

Na een paar foto’s ga ik weer door, Santiago is vandaag een stuk dichterbij gekomen.

Na het kruis volgt een 12 km lange, steile afdaling. ‘Spectaculair’ staat er in mijn routegids.      Bij de klim had ik geen last van mijn stuur, maar nu wel. Ik kan het soms nauwelijks gedraaid krijgen. De fietsenmaker had ongelijk, het wordt wél erger. Ik zet de centrale pin wat losser en dat helpt iets, al zwiebelt er nu van alles, maar ik krijg de indruk dat het blokkeringsgevaar geweken is. Door zo hard mogelijk in de remmen te knijpen kan ik mijn snelheid beperken tot net 30 km/u. Nog veel te hard maar meer kan ik niet doen. Ik trek alle jassen en hemden aan die ik heb om een eventuele val te breken. Een paar Belgen staan me belangstellend en tegelijk wat angstig aan te staren. Is die afdaling dan zo gevaarlijk? Ik leg ze uit wat er aan de hand is en vraag of ze beneden willen wachten tot ik er ben. Als ik een uur later niet gearriveerd ben, dan aub alarm slaan, want dan lig ik ergens langs de weg….

Ik ga naar beneden en hang in alle bochten overdreven mee naar binnen, dan hoef ik minder te sturen. Halverwege ligt een dorpje met een zo slecht wegdek, dat ik bij de eerste meter voelbaar loskom van de grond. Te gevaarlijk, lopen. Na het dorpje kan ik weer rijden en zonder brokken maar met kramp in mijn handen van het remmen kom ik beneden. Ik eindig tussen de Belgen die op een terrasje zijn neergestreken en me enthousiast binnenhalen. Mijn aankomst leidt wel een tot aantal België-Nederland moppen.
De tien km naar Ponferrada kom ik veilig door. Ook hier heb ik een kamer gereserveerd.

De fietsenmaker blijkt vlakbij, maar hij zegt onmiddellijk dat hij het stuur niet kan repareren. Er is echter nog een andere fietsenmaker, ook vlakbij en die kan het beslist wel. De tweede kan het inderdaad, maar heeft geen tijd en mañana is hij dicht en daarna weet hij het nog niet. Ik houd aan, een pelgrim laat je toch niet in de kou staan…. hij aarzelt wat … er is nog een derde fietsenmaker, maar deze tweede denkt dat die derde het niet kan. Die derde kan eigenlijk helemaal niet zoveel krijg ik de indruk uit zijn verhaal. Die derde is een echte concurrent, denk ik. Waar zit die derde?
Dat is een beetje ingewikkeld, dan moet je eerst zo en dan zo en dan zo....
Dat is dus een straat verder, om de hoek?
Het is echt wennen met die Spanjaarden.

De derde fietsenmaker voelt even aan mijn stuur en zegt: “áls ik de goede maat ringen heb, want het zijn geen standaardmaten, is hij over een uur klaar.”  Na vijftig zenuwachtige minuten kom ik terug en zie mijn fiets al staan. Klaar. Een set ringen is € 31,-. En het monteren? Steek maar een kaars op in Santiago! Zo langzamerhand wordt dat een pak kaarsen.
Buiten val ik bij het opstappen bijna van mijn fiets, zo soepel draait het stuur, dat ben ik helemaal ontwend. 

Door het gedoe met de fiets is het laat geworden, ik rijd daarom door de stad om wat rond te kijken maar behalve de tempeliersburcht is er niet veel te zien. Ik eet buiten in een klein steegje met een stel wandelaars uit Engeland, Frankrijk en Italië waaronder een Italiaanse Franciscaan. Het is zeer gezellig, de liter wijn per persoon die in het menu del día is inbegrepen helpt daar wel aan mee.