dag 30

 

 

 

 

 

 

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

2 juni Berceo – Belorado 48 km

Ik heb geen zin nog een dag op deze saaie camping te zitten. Helemaal niets doen is niet geschikt voor mijn geestelijke constitutie. Ik ga daarom voorzichtig en langzaam op pad naar Santo Domingo. Onderweg merk ik dat de rust me goed gedaan heeft, mijn been is een stuk beter en van de hellingen merk ik bijna niets. Na een lange, trage afdaling rijd ik Santo Domingo de la Calzada binnen.  De kathedraal is nu een museum, maar via een openstaand zijdeurtje kan ik de kerk binnen lopen. Ik wil zien of de (levende) kip en haan er nog steeds zitten. Ze zitten er, kakelend en wel in hun speciale hok, iedere week zit er een ander stel. Hun aanwezigheid houdt verband met een van de bekendste legendes van de camino.

Volgens deze overlevering trok een Duits gezin, bestaande uit vader, moeder en een zoon naar Santiago. Tijdens hun verblijf in Santo Domingo werd de herbergiersdochter verliefd op de zoon, die echter andere zaken aan zijn hoofd had en haar avances afwees. Haar liefde sloeg om in haat en ze zon op wraak. Ze verborg een kostbare beker in de bagage van de jongen en beschuldigde hem van diefstal. De jongen werd veroordeeld en opgehangen. Toen de diepbedroefde ouders een laatste blik op hun terechtgestelde zoon wilden werpen, zei hij dat hij nog leefde omdat Sint Jacobus zijn voeten ondersteunde. De ouders liepen meteen naar de rechter die hun zoon had veroordeeld en vertelden wat er gebeurd was. De rechter, die net een gebraden haan en een kip op tafel had staan, wilde hen niet geloven en zei: “Uw zoon is net zo levend als de kip en de haan op mijn bord”.  Meteen daarop kregen de beide vogels hun veren terug en vlogen luid kakelend van de tafel naar de kerk. De rechter liet daarop de jongen losmaken en de herbergiersdochter werd in zijn plaats opgehangen. Sindsdien hebben steeds een levende haan en kip een plaats gekregen in de kerk.

Van Santo Domingo ga ik door naar Belorado waar ik een kamer zoek omdat ik mijn been goed wil laten rusten. In de tent gaat dat minder. Met een stapel kussens onder mijn voet breng ik een siësta door. Daarna ga ik even het oude stadje in om een middeleeuws feest te bekijken. Het dorpsplein van Belorado is erg aardig en knus, omsloten door huizen, cafés en winkeltjes, maar vandaag belemmeren de stalletjes van het feest het zicht. De mensen zijn middeleeuws verkleed, maar het geheel doet me toch teveel denken aan een braderie en daar ben ik allergisch voor.