dag 29

 

 

 

 

 

 

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

1 juni Berceo

Vanochtend is de tandem vertrokken, met lede ogen zie ik ze gaan. We hebben veel samen gepraat en meegemaakt. Ze hebben al een vliegtuig geboekt en moeten op tijd in Santiago zijn. Het lange oponthoud in Frankrijk heeft bijna alle speling, die ze hadden, verbruikt.

Mijn been is nog niets beter sinds gisteren. Ik ga even weg om boodschappen te doen, maar ik kan in het dorp geen enkele winkel vinden. Ik vraag aan een man met een brood onder zijn arm waar hij dat vandaan heeft en hij brengt me naar een gewone deur in een straatje. Via een gangetje en een trapje en iets wat er uitziet als een grote bezemkast kom ik in een vensterloos inpandig winkeltje met een oud vrouwtje er in. Dat had ik nooit zelf gevonden. Ik krijg een beetje een Hans-en-Grietje gevoel. Maar er is brood, grote broden vooral, eentje is voldoende voor een dag of drie. Voor 50 ct mag ik er een meenemen.
Via dezelfde doolhof kom ik weer buiten en nu is er een rijdende supermarkt gearriveerd. Het hele dorp staat in de rij, een vrouw of zeven. Ik ga erachter staan maar de verkoopster gebaart dat ik als eerste geholpen word. Gauw pak ik een paar dingen, maar als ik ook 2 sinaasappels neem moet ik plotseling achter in de rij aansluiten. Ik snap er niets van, maar voor de anderen lijkt het allemaal heel gewoon. Misschien had ik net één artikel teveel en verspeel je dan het recht om te mogen voorgaan.  

Op de camping ga ik plat met mijn been op een tas. ’s Middags haal ik munten voor een wasmachine en een droger; dat is het voordeel van een ANWB goedgekeurde camping: Hollandse properheid tot in de verste uithoeken.

Het is vandaag vrijdag en rond zes uur komen de vaste bewoners hun weekend op de camping doorbrengen. Recht tegenover me wordt uit een tent een crossmotor te voorschijn getoverd. Een uur lang wordt geprobeerd het ding gestart te krijgen, maar er komen alleen rookwolken uit. Eindelijk lukt het en dat wordt gevierd met continu vol gas. Omdat het apparaat geen knalpot heeft kan niemand op de camping nog iets verstaan of horen, laat staan tv kijken. En daar gok ik op. Er komt vast wel iemand klagen dat hij last van het geluid heeft.
Na 10 minuten komen er een paar mensen en met handgebaren beduiden ze de man zijn motor te stoppen. Er wordt naar de uitgang gewezen. En ja hoor, hij vertrekt na eerst nog een rondje rond de hele camping gereden te hebben.
Langzaam sterft het geluid weg, hij moet nu wel een paar km in het open veld zitten lijkt me; met een harde knal stopt het geluid helemaal. Met enig genoegen pak ik mijn boek. Drie kwartier later komt de motor terug, bijna geruisloos. De berijder loopt er naast te zweten en te zuchten en ik zie dat de bovenkant van de cilinder scheef staat. De motor wordt in een auto geladen en de man vertrekt. Ik heb hem niet meer terug gezien.

de tandem vertrekt