dag 9

 

Van Amsterdam naar Santiago de Compostela

 

12 mei Mouy – Goussonville 85 km

Vannacht regende het langdurig, maar bij het vertrek wordt het zowaar droog. Het vervelende van die regen ’s nachts is dat de tent nat op de fiets moet en dat is al gauw 2 kilo extra om de heuvels op te sleuren.

Meteen in het begin de eerste serieuze helling van deze tocht: 3 km klimmen bij gemiddeld 7% stijging. Tot mijn verbazing hoef ik niet van de fiets af, maar het is wel een aanslag op mijn schouder. Boven gekomen stop ik achter een bosje uit de wind en kom even bij met een beetje water. Dan weer verder. Ik moet vandaag ruim 80 km afleggen want eerder is er geen camping en nauwelijks een andere vorm van onderkomen.
Er is nergens beschutting, voortdurend de harde wind recht van voren. Ik moet meetrappen om de vele hellingen af te komen. Rustig fietsen is er niet bij.

Andeville, Méru, Henonville, Marines, Vigny, Seraincourt, Mezières: de plattelandsplaatsen rijgen zich aaneen en ik tel de kilometers die ik nog moet afleggen.
Bij Mezières ga ik de Seine over, samen met vele toeterende auto’s en vrachtauto’s, die dat allemaal tegelijk ook willen. Ik wurm me tussen de onoverzichtelijke files door, hetgeen ook weer tot getoeter leidt. Of het aanmoediging of afkeuring is, weet ik niet en het kan me ook niet zoveel schelen.
Op de rotonde na de brug grijpt een politieagent in. Hij steekt allebei zijn armen in de lucht, fluit oorverdovend, wie niet stil stond stopt nu ook en hij gebaart dat ik mag doorrijden. Ik ga even goed rechtop zitten en neem als een vorst de rotonde. Even komt het in me op een extra rondje te rijden, maar het begeleidende toeterconcert brengt me daar snel vanaf. Ik zwaai een bedankje naar de agent en rijd snel door.

In Mezières wacht nog een klim van 3 km. Te veel, te lang en te hoog. Ik loop met de fiets aan de hand naar boven en ga daar op een bankje zitten om het traject voor de laatste kilometers te bekijken. Een paar Fransen schuiven aan en we maken een praatje over de fiets, het weer, de politiek (Sarkozy heeft de verkiezingen gewonnen), kortom even op straat bij de kapper.

5 km later ben ik op de camping na de zwaarste rit tot nu toe. Vorig jaar had ik al gezien dat deze camping de enige mogelijkheid is om het lange traject tussen Compiègne en Chartres te overbruggen, maar ik ben er toen niet geweest. Ik stopte ongeveer 20 km verderop op een distelveldje na tussenkomst van de burgemeester van een klein dorpje.
Ik denk daar aan terug als ik op de camping ben. Twee meter ruimte tussen de caravans; je tent op een stukje grond vóór een onbewoonde caravan; geen gras maar stenen en zand; over de hele camping een weeë lucht van suikerspinnen, poffertjes, oliebollen, patat-met en andere vettigheden. Het percentage kinderen met overgewicht lijkt me vrij hoog.
Hier zou ik nog niet begraven willen worden, al zouden ze waarschijnlijk geen graf kunnen delven in de steenharde grond waar ik met de grootste moeite een paar haringen in kan krijgen. Ik tui de tent met enkele lijnen naar belendende caravans en dode bomen. Hopelijk regent het vannacht niet te hard, de tent lijkt sprekend op een bos wapperende dweilen.

...ik denk terug aan mijn distelveldje...