Van Amsterdam
naar Santiago de Compostela
10 juni
Portomarin – Arzua 57 km
Ik begin vandaag
aan de laatste 100 km met een volgens mijn boekje 12 km lange klim.
Uiteindelijk valt het nogal mee want in zo’n lange klim zitten vaak
ook wat meer vlakke stukken.
Vlak voor Ligonde
staan een oude steeneik en een verweerd kruis. Echt weer zo’n plek
waar de tijd geen vat op heeft gekregen, je ziet de sloffende
middeleeuwse pelgrims voorbij komen en water uit de bron drinken. De
voet van het kruis laat de instrumenten zien die werden gebruikt om
Jezus van het kruis te halen: een ladder, een nijptang en een hamer.
Op het kruis is een afbeelding van Maria met haar dode zoon
aangebracht.
Daarna rijd ik door
naar het drukke Melide waar ik weer eens de weg kwijt raak en
daardoor op de hoofdweg moet blijven. Op zondagochtend is die weg
echter zeer stil, dus ik doe geen moeite om de juiste weg te vinden.
En daarom kom ik door Boente, waar een heel mooi oud kerkje staat
met een ook al weer bekend polychroom houten beeld van Jacobus. Vóór
in de kerk krijg ik een stempel en een foto van het beeld. Ik zit er
net binnen als de klokken beginnen te luiden en er een stoet
opgedofte mensen, gevolgd door een bruidspaar binnen komt. Dat lijkt
me wel leuk, een Spaanse plattelandsbruiloft. Maar alle
vreemdelingen worden verzocht de kerk te verlaten. Ze blijkt
afgehuurd.
Ik rijd door naar
Arzua voor mijn laatste halteplaats. In het hostal is er een kamer
voor €30,- maar dat vind ik te duur. Ik vraag demonstratief naar de
refugio en de prijs zakt meteen.
Als ik aan de
overkant van de straat koffie zit te drinken, staan plotseling Ria
en Gerrit voor mijn neus. Ik had verwacht dat ze al lang in Santiago
zouden zijn, maar bij Cruz de Ferro was een van de twee kettingen
van de tandem gebroken en dat had nogal wat oponthoud gegeven omdat
ze verkeerde sluitschakels hadden meegekregen van hun fietsenmaker
in Nederland.
Onderweg hebben ze
gehoord over mensen met identieke problemen zoals ik die heb gehad.
Ook daar waren er spaken uit het wiel getrokken bij hun Trek
fietsen.
Het zou kunnen, maar ik denk eigenlijk dat ze mijn verhaal via vele
monden weer terug gehoord hebben en dat onderweg enkelvoud in
meervoud is veranderd. Zoveel Trek fietsen zijn er niet en het zou
wel erg toevallig zijn als er net in deze periode meerdere van dat
type op de route zijn en dan ook nog dezelfde, niet zo vaak
voorkomende schade hebben.
Op die manier ontstaan legenden. De legende van de Trek fiets.
Klinkt wel leuk.