Van Amsterdam
naar Santiago de Compostela
30 mei Puente la Reina – Logroņo 71 km
Direct na het
vertrek van de camping volgt een forse klim. Ik forceer me een
beetje. Wanneer er eerst een vlakke aanloop van zo’n 20 km is gaat
het klimmen vanzelf, maar nu is er geen aanloop. Ik voel iedere
spier in mijn benen en heb af en toe kramp. De hele dag loop ik de
hellingen, soms gaat het iets beter. ’s Avonds heb ik pijn in mijn
linkerbeen.
Vandaag dus een
zware maar mooie tocht door het gebergte. We passeren veel stadjes
en dorpjes, die lang niet zo uitgestorven zijn als in Frankrijk.
Vlak na Estella komen we langs het oude klooster van Irache. Het
ligt aan de voet van de Montejurra, de heilige berg van de Carlisten.
Irache is een van de oudste kloosters van Navarra en de
benedictijnenabdij bood vanaf de 12e eeuw onderdak aan
pelgrims. De kerk van de abdij is geheel gerestaureerd en ademt nog
steeds de middeleeuwse sfeer. Vlak er naast is een grote wijnfabriek
gebouwd die veel afbreuk doet aan de omgeving.
Als compensatie kan de pelgrim er vers koud water tappen en
heerlijke rode spumante wijn. We
vullen een thermosfles met wijn voor vanavond.


binnenplaats klooster van
Irache
wijn en water uit de muur
We rijden door naar
Los Arcos, op het eerste gezicht een saai stadje, maar verborgen
achter een huizenrij ligt er een mooi omsloten pleintje met café en
albergue.



Los Arcos
Santa Maria de Palacio
kathedraal van Logroņo
Via veel zware
heuvels en met forse tegenwind bereiken we Viana vanwaar een snelle
afdaling naar het dal van de Ebro leidt en dat de toegang vormt tot
de Rioja, de streek waar de bekende wijn vandaan komt.
In Logroņo bekijk
ik enkele kerken waaronder de kathedraal met de pelgrimsbron en de
Santa Maria de Palacio met haar vreemd gevormde torenspits.
Op de camping is de
grond weer eens zo hard dat ik er geen haring in krijg. Na een half
uur en met een geleende hamer valt mijn tent niet meer om, maar dat
is dan ook alles.